
Nevenschikking zonder nevenschikkend voegwoord. Voorbeeld : In (2) is sprake van asyndetische nevenschikking, in (1) niet. Hij zoent haar, en zij zoent hem. Hij zoent haar, zij zoent hem.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10836

Nevenschikking zonder nevenschikkend voegwoord. Voorbeeld : In (2) is sprake van asyndetische nevenschikking, in (1) niet. Hij zoent haar, en zij zoent hem. Hij zoent haar, zij zoent hem.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10836
Geen exacte overeenkomst gevonden.